Doneer nu

Hersenactiviteit en eiwitophopingen bij alzheimer

Datum: 7 april 2015
Delen
De samenwerking tussen hersengebieden hangt samen met het cognitief vermogen – zoals geheugen en concentratie – van patiënten met alzheimer.

Eiwitophopingen in de hersenen bleken echter geen verklaring voor veranderende hersenactiviteit. Dat schrijft Sofie Adriaanse in haar proefschrift. Zij promoveert op 7 april bij VUmc.Veranderingen in hersenactiviteit beginnen al vroeg bij de ziekte van Alzheimer. In de hersengebieden waar deze veranderingen plaatsvinden, zijn ook eiwitophopingen te zien. Bovendien functioneert het cognitief vermogen, zoals geheugen, van mensen met alzheimer dikwijls niet optimaal. Wat is de relatie tussen deze drie fenomenen?

Diagnose bevestigen
Adriaanse vergeleek hersenscans en uitslagen van geheugentests van een groep gezonde proefpersonen met die van patiënten met alzheimer. De resultaten wijzen uit dat de samenwerking tussen hersengebieden samenhangt met het cognitief vermogen – zoals het verwerken van visuele informatie, geheugen en concentratie – in patiënten met de ziekte van Alzheimer. De veranderingen in hersenactiviteit kon Adriaanse niet verklaren door eiwitophopingen, waarschijnlijk omdat deze eiwitophopingen al erg vroeg in de ziekte beginnen. Door informatie over hersenactiviteit tijdens rust te combineren met informatie over de structuur van de hersenen, kon Adriaanse de eerder door neurologen gestelde diagnose bevestigen.

Vroegdiagnostiek
Ook al is nog niet precies bekend waarom sommige hersengebieden kwetsbaar zijn voor zowel eiwitophopingen als verstoorde samenwerking, informatie over hersenactiviteit kan in de toekomst mogelijk worden gebruikt voor diagnostiek bij de ziekte van Alzheimer. Dat zou bij kunnen dragen aan vroegdiagnostiek, omdat subtiele veranderingen in hersenactiviteit al erg vroeg in het ziekteproces waarneembaar zijn en samenhangen met cognitief functioneren.

Promovendus: S.M. Adriaanse
Titel proefschrift: Integrating functional and molecular imaging in Alzheimer’s disease
Promotoren: prof.dr. F. Barkhof, prof.dr. Ph. Scheltens
Copromotoren: dr. B.N.M. van Berckel, dr.ir. A.M. Wink
Proefschrift: VU-DARE

Top
Volg ons via