“Mijn vader of moeder had dementie, krijg ik het nu ook?”
Tijdens de Lunch & Learn bijeenkomst in oktober gingen arts-onderzoekers Janna Dijkstra en Joan Groeneveld in op de rol van erfelijkheid bij dementie. Aan de hand van prikkelende stellingen en duidelijke uitleg namen ze de aanwezigen mee in een onderwerp waar veel vragen over leven.
De drukbezochte bijeenkomst bij Alzheimercentrum Amsterdam begint met drie stellingen om het gesprek op gang te brengen en de kennis over erfelijkheid en dementie te toetsen. De meeste aanwezigen geven aan het oneens te zijn met de stellingen dat je dementie krijgt als je ouder het had, en dat een DNA-test met zekerheid kan voorspellen of je de ziekte zult krijgen. Over de invloed van leefstijl bij een genetisch risico is de groep verdeeld.
Wat is erfelijkheid precies?
Janna en Joan leggen uit dat erfelijkheid draait om het doorgeven van eigenschappen via het DNA. Hoewel we voor 99,98% hetzelfde zijn, zorgen kleine verschillen in het DNA ervoor dat iedereen uniek is. Soms leidt een zeldzame verandering in het DNA tot ziekte, maar meestal blijft zo’n verandering onopgemerkt.
Erfelijke risicofactoren
Bij dementie speelt erfelijkheid een rol, maar zelden is er sprake van één erfelijke oorzaak. In de meeste gevallen gaat het om erfelijke risicofactoren. Dat zijn variaties in het DNA die de kans op dementie verhogen, maar geen zekerheid geven dat iemand het ook krijgt. Genen en leefstijl samen bepalen het risico: ongeveer 60% genetisch en 40% leefstijl en omgeving. Hoe meer van deze risicovarianten iemand heeft, hoe groter de kans om dementie te krijgen, vooral als leefstijl ook ongunstig is.”
Op jonge leeftijd
Soms komt dementie binnen een familie opvallend vaak en op jonge leeftijd voor. Dan kan er sprake zijn van één erfelijke oorzaak. Ieder kind van een drager van zo’n gen heeft 50% kans om het te erven. “Dit is echter zeldzaam”, leggen Janna en Joan uit. “Veel vaker zien we dat mensen meerdere erfelijke risicofactoren dragen.” Genetische counseling is mogelijk als dementie vroeg en meerdere keren in de familie voorkomt, of als je over testen nadenkt.
Onderzoek: DemenTREE
Alzheimercentrum Amsterdam onderzoekt dit soort erfelijke en biologische factoren, onder andere binnen het project DemenTREE. Dit onderzoek richt zich op mensen met dementie op jonge leeftijd en hun familie. “Via dit onderzoek kunnen wij het DNA van deelnemers in kaart brengen en biomarker-onderzoek doen. De resultaten moeten leiden tot nieuwe inzichten naar de oorzaken van dementie, wat kan bijdragen aan betere diagnoses, ziektevoorspellingen en ontwikkeling van behandelingen.”
Genen bepalen niet alles
Janna en Joan sluiten de bijeenkomst af met een herhaling van de stellingen. Opvallend is dat er nu wél brede overeenstemming is:
- Iedereen is het oneens met de stelling: “Mijn vader of moeder had dementie, ik krijg het nu ook.”
- Iedereen is het oneens met de stelling: “Een DNA-test kan met zekerheid zeggen of ik dementie krijg”.
- En ook over het belang van leefstijl is nu iedereen het oneens met de stelling: “Leefstijl maakt weinig uit als je genetisch risico hebt”.
De belangrijkste boodschap van deze middag: genen bepalen niet alles. Erfelijke vormen van dementie zijn zeldzaam en leefstijl blijft ook een belangrijke factor. En daarmee komt er een einde aan de bijeenkomst. Met heldere uitleg en ruimte voor gesprek bood deze Lunch & Learn weer volop stof tot nadenken.
Uw steun helpt!
Kijk hier voor meer informatie.

