Doneer nu

Promotie Deborah Schoonhoven

Datum: 20 mei 2025 Promotie Deborah Schoonhoven
Delen

Vandaag om 13:45 verdedigt Deborah Schoonhoven haar proefschrift getiteld: “Interplay between Neuronal Activity and Tau Pathology: Insights into Alzheimer’s Disease through MEG and PET Imaging” aan de Vrije Universiteit.

Het belangrijkste doel van dit proefschrift is het vergroten van het begrip van de neurofysiologische veranderingen die samenhangen met de ziekte van Alzheimer (AD), in het bijzonder de functionele netwerkveranderingen in de hersenen. Een van de kerndoelen was om te onderzoeken hoe hersennetwerken kunnen fungeren als kanalen voor de verspreiding van pathologische tau, een belangrijk kenmerk van AD-pathologie, door magneto-encefalografie (MEG) te combineren met [18F]flortaucipir positronemissietomografie (PET). Daarnaast wilden we het begrip van functionele connectiviteit (FC) binnen alzheimer verder onderzoeken, met als doel het identificeren van betrouwbare biomarkers voor diagnostiek. Tot slot hebben we de potentiële rol van MEG geëvalueerd om onderscheid te maken tussen verschillende vormen van dementie binnen een geheugenkliniekpopulatie.

De promotieplechtigheid vindt plaats in het auditorium van het hoofdgebouw van de Vrije Universiteit van Amsterdam. De verdediging van het proefschrift is ook online te volgen via het YouTube kanaal van bureau pedel – Vrije Universiteit.

Vijf vragen aan Deborah

Wie ben je?

Mijn naam is Deborah Schoonhoven. Ik ben 32 jaar oud en ben arts-onderzoeker bij Alzheimercentrum Amsterdam en de Klinisch Neurofysiologie van Amsterdam UMC, locatie VUmc.

Waarom ben je onderzoek gaan doen?

Mijn promotietraject is voortgekomen uit mijn wetenschapsstage, die ik in het kader van de afronding van mijn opleiding Geneeskunde moest doen. Deze heb ik gedaan bij KNF, waar ik met MEG (magneto-encefalografie)-metingen onderzocht of er vertraging was in het hersenritme van mensen met MS met cognitieve achteruitgang. Hierdoor werd mijn interesse voor MEG-onderzoek en cognitieve klachten gewekt. Ik besloot daarna te gaan promoveren, zodat ik me verder in deze onderwerpen kon verdiepen.

Wat heb je onderzocht?

Het voornaamste doel van dit proefschrift was om te onderzoeken welke rol de hersennetwerken (de onderliggende ‘snelwegen’ van de hersenen) spelen bij de verspreiding van tau-eiwit door het brein. Hiervoor heb ik MEG-metingen vergeleken met PET-scans waarmee het tau-eiwit zichtbaar kan worden gemaakt. Daarnaast heb ik onderzocht met welke maten connectiviteit tussen hersengebieden betrouwbaar kan worden gemeten bij alzheimerpatiënten, en heb ik onderzocht wat de toegevoegde waarde van MEG is in een klinische setting zoals de geheugenpoli. Hiervoor hebben we gekeken of de MEG puur op basis van de hersenactiviteit in staat was om te onderscheiden welk type dementie een patiënt had.

Wat heb je gevonden?

De belangrijkste bevindingen van mijn proefschrift zijn dat de hersennetwerken inderdaad een belangrijke rol lijken te spelen bij de verspreiding van tau-eiwit door het brein. Ook lijkt het erop dat niet alleen de aanwezigheid van een verbinding hiervoor belangrijk is, maar ook hoe vaak deze wordt gebruikt, de zogeheten ‘functionele connectiviteit’. Ik heb daarnaast aangetoond dat twee specifieke maten in staat zijn om (reproduceerbaar) veranderingen in hersenactiviteit bij alzheimerpatiënten op te pikken. Dit is van belang geweest voor de rest van het proefschrift, want daardoor konden we de rest van de analyses baseren op maten waarvan we wisten dat ze betrouwbaar waren. Tot slot heb ik kunnen laten zien dat voor specifieke groepen dementie-patiënten, zoals Lewy Body dementie en alzheimer, de MEG toegevoegde waarde heeft in een geheugenpoli setting. Voor anderen, zoals frontotemporale dementie, is de MEG minder goed in staat om te onderscheiden welk dementie type het was (waarschijnlijk omdat deze vorm van dementie relatief weinig afwijkingen van de hersenactiviteit geeft).

Wat betekent dit voor de patiënt?

Als de mate van activiteit van hersenverbindingen inderdaad bijdraagt aan de verspreiding van tau, zou dit een mogelijk aanknopingspunt kunnen zijn voor toekomstige therapie. Zo bestaat er bijvoorbeeld transcraniele magnetische stimulatie, een behandeling die kortdurend de activiteit in de hersenen kan veranderen. Wellicht zou op deze manier de ziekte(-symptomen) kunnen worden vertraagd. Het voordeel van het gebruiken van MEG in bijvoorbeeld de geheugenpoli is dat het een relatief snelle, pijnloze en non-invasieve manier is om informatie te verkrijgen. Andere methoden zoals PET-scans en lumbaalpuncties zijn ofwel tijdrovend ofwel geven toch een mate van ongemak aan de patiënt. Het zou mooi zijn als in de toekomst de MEG een bijdrage kan leveren aan de diagnostiek op een manier die prettiger is voor de patiënt.

Top
Volg ons via