Bloed en hersenvocht worden momenteel gebruikt in de dagelijkse praktijk voor het stellen van een diagnose, maar deze zogenaamde ‘biomarkers’ kunnen ook bij medicijnonderzoeken ingezet worden. Biomarkers kunnen bijvoorbeeld waardevolle informatie geven over de effectiviteit van een medicijn, als je ziet dat ze veranderen na toediening van een nieuw medicijn. Bij de ziekte van Alzheimer was echter geen overzicht van hoe vaak biomarkers hiervoor worden ingezet. Door een overzicht te maken, wilden de onderzoekers inzicht krijgen waar biomarkers optimaal benut worden en waar niet. Ze wilden ook kijken of ze kunnen leren van andere onderdelen van de geneeskunde, zoals het kankeronderzoek, waar biomarkers veelvuldig worden ingezet om te kijken naar effectiviteit van een medicijn.
Ruimte voor toepassing
In deze publicatie brengen de onderzoekers de toepassing van bloed en hersenvocht-biomarkers in alzheimer-medicijnonderzoeken in kaart. Dat is de basis voor de voorgestelde vervolgstappen voor de ontwikkeling van nieuwe laboratoriumtesten en toepassing van biomarkers in de toekomstige medicijnonderzoeken. Van alle medicijnonderzoeken in de dataset, gebruikten 44% ten minste 1 biomarker om de effectiviteit te bepalen. Dit was bijna altijd in aanvulling op andere maten, zoals geheugentesten. Dit laat zien dat er ruimte is voor bredere toepassing van de biomarkers.
Op naar de toekomst
Het is niet altijd eenvoudig om te begrijpen wat de biomarker-resultaten betekenen. Dat bleek uit de vergelijkingen van biomarker-resultaten met de metingen van het denkvermogen. Het is dus heel belangrijk om het mechanisme van het nieuwe geneesmiddel in acht te nemen bij het uitlezen van de biomarker-resultaten. Uiteindelijk kan het mogelijk worden om al voordat er effecten zijn op het denkvermogen met biomarkers vast te stellen of een medicijn werkzaam is.
Nieuwe biomarkers
Bij alzheimeronderzoek zijn de meeste medicijnen gericht op de eiwitopstapeling van amyloïde en tau eiwitten. Er zijn echter ook nieuwe medicijnen die op andere ziekteprocessen gericht zijn. Juist voor deze nieuwe aangrijpingspunten bleek dat er vaak geen goede biomarkers beschikbaar zijn. Daarom concludeerden de onderzoekers dat laboratoriumspecialisten zich komende jaren daarop moeten richten. Door dit onderzoek is duidelijk waar de kennishiaten zitten, en daar kan nu op ingespeeld worden bij biomarker-ontwikkeling, om daarmee medicijnonderzoek verder te helpen.
Lees het gehele Engelstalige artikel hier.